2010: Musil 1

2010: Musil 1

Agathe: “Als we samen over straat lopen, kijken de mensen naar ons als naar een jong, verliefd koppel. Misschien zijn we pas in hun blik wat we echt zijn en niet zelf durven aanvaarden”. 

Een man (Ulrich) ontmoet zijn zus (Agathe) na het overlijden van hun vader. Broer en zus hebben elkaar sinds hun jeugd nauwelijks nog gezien. Ze zijn vreemden voor elkaar en op een speciale manier toch met elkaar vertrouwd. Al snel ontstaat tussen hen een intense band die zowel mystieke als incestueuze kantjes heeft. Ze praten om elkaar niet in de ogen te moeten kijken. Via een omweg proberen broer en zus dat wat tussen hen niet uitgesproken mag worden, toch tegen elkaar te zeggen. In hun ‘maanlicht’gesprekken tasten zij de mogelijkheden van een ander en authentieker bestaan af. Maar hun wankele evenwichtsoefening wordt ruw verstoord door de personages van de Weense beau monde die we uit het eerste deel van de Musilcyclus al kennen: de idealistische Diotima die zich uit amoureuze frustraties op de studie van de seksuologie heeft gestort; de hysterische Clarisse die volledig in de ban is geraakt van de verkrachter en moordenaar Moosbrugger; de conservatieve Graaf Leinsdorf die greep verliest op de voorbereidingen van het feest voor de Keizer en de naïef-geslepen generaal Stumm von Bordwehr die gouden zaken doet voor de militairen. Tijdens de officiële inhuldiging van een nieuwe vleugel in de psychiatrische kliniek wordt de grens tussen gek en gezond wel heel erg dun… Uiteindelijk houdt ook de utopische wereld van Ulrich en Agathe geen stand.